Universiteit Leiden

nl en

Voordracht gedichten oudste literaire vrouwengenootschap op Internationale Vrouwendag

Op maandag 8 maart, op Internationale Vrouwendag, draagt student Evi Dijcks acht gedichten voor van Anna van der Aar de Sterke (1755-1831). Evi Dijcks, derdejaars student Nederlandse Taal en Cultuur, ontdekte in de collecties van Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL) het oudste literaire vrouwengenootschap in Nederland, genaamd ‘Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart’. Het genootschap werd in 1782 opgericht door dichteres Anna van der Aar de Sterke. De acht gedichten zijn een persoonlijke bloemlezing van Evi Dijcks en worden online door haar voorgedragen.

Voordrachten

Ieder uur draagt Evi Dijcks een gedicht van Anna van der Aar de Sterke voor. De eerste voordracht is ‘s morgens om 10.00 uur en de laatste om 17.00 uur te bekijken. De voordrachten zijn op 8 maart op deze pagina en via youtube, of via de social media van de UBL te volgen: Twitter, Facebook en Instagram. Rond de gedichten wordt ook een kleine online tentoonstelling gemaakt. De tentoonstelling is na afloop van de voordrachten via deze pagina te bekijken.

Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.

Bekijk de video op de oorspronkelijke website of

10.00 uur

Ter eerste verjaringe van het vriendschapkwekende geselchap binnen Delft onder de spreuk Die erg denkt vaart erg in ’t hart.

18 oktober 1783

11.00 uur

Aan de leden van het vriendschapkwekende gezelchap onder de spreuk Die erg denkt vaart erg in ’t hart op het stilzwygen van juffrouw S: O: L Ange.

28 augustus 1784

12.00 uur

By de tweede verjaring van het vriendschapkweekende gezelchap onder de spreuk Die erg denkt, vaart erg in ’t hart.

23 oktober 1784

13.00 uur

Aan mejuffrouw S: O: de Stoppelaar geb: l’Ange toen ik my met het gezelchap die erg denkt vaart erg in ’t hart by haar te Schipluyde bevond.

28 mei 1785

14.00 uur

Aan de geachte leden van het vriendschapkweekende gezelchap onder de spreuk Die erg denkt vaart erg in ’t hart

(ongedateerd)

15.00 uur

By de intreede van het jaar 1789 aan de leeden van het gezelchap onder de spreuk Die erg denkt, vaart erg in ’t hart.

3 januari 1789

16.00 uur

De wensch der leeden van het vriendschapkweekende gezelchap ten zinspreuk voerende Die erg denkt vaart erg in ’t hart aan eene van haare medeleden de weledele geboore vrouwe AE van der Goes geboore Jongkint na dat dezelve gedachtenisse had moogen vieren van haare 25 jaarigen trouwdag 16 february 1791.

19 february 1791

17.00 uur

Aan de leden van het gezelchap onder de spreuk Die erg denkt vaart erg in ’t hart.

20 october 1824

Anna van der Aar de Sterke

Dichteres Anna van der Aar de Sterke werd in 1755 in Leiden geboren en overleed in 1831 in Delft. Inspiratie voor de organisatie van Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart deed Anna van der Aar de Sterke zeer waarschijnlijk op bij de grote genootschappen van haar tijd. Gezien haar status van jonkvrouw, zal Van der Aar een degelijke opleiding hebben genoten die haar in staat stelde om al op negentienjarige leeftijd honorair lid te worden van het bekende Leidse dichtgenootschap Kunst Wordt Door Arbeid Verkreegen. Daarnaast was de dichteres honorair lid van nog drie andere genootschappen in Den Haag en Rotterdam. Deze lidmaatschappen kreeg ze bovendien al aangeboden vóór haar huwelijk met Maximiliaan ’s-Gravesande in 1775. Dit betekent dat ze die gunstige positie niet te danken had aan haar echtgenoot, wat vaker wel dan niet het geval was bij vrouwelijke genootschapsleden in de achttiende eeuw. Na de huwelijksvoltrekking verhuisde Anna van der Aar naar Delft, waar Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart uiteindelijk is opgericht.

Portret van Anna van der Aar de Sterke door Pierre Frédéric de la Croix

Dichtgenootschap

Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart is in oktober 1782 in Delft opgericht in het huis van dichteres Anna van der Aar de Sterke. Vrouwen mochten voor die tijd alleen honorair lid worden van de overwegend mannelijke genootschappen en werden uitgesloten van actieve en vooral publieke deelname, omdat dit in deze periode niet passend werd geacht voor vrouwelijke dichters. Om die reden richtte Van der Aar een eigen genootschap op. Dit eerste vrouwelijke dichtgenootschap had een sterk vriendschappelijk en persoonlijk karakter. Hiernaast lag een grote nadruk op Horatius’ opvatting om het nuttige met het aangename te combineren, waarmee Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart de grotere, geïnstitutionaliseerde genootschappen van de achttiende eeuw imiteerde.

De bijeenkomsten van het genootschap vonden wekelijks plaats op zaterdagen, waarbij de leden de mogelijkheid hadden om zelfgeschreven poëzie voor te dragen. In het leiden van de bijeenkomsten lijkt Anna van der Aar de Sterke een belangrijk aandeel te hebben gehad. Het is waarschijnlijk dat de bijeenkomsten van Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart niet op één vaste locatie, maar elke week bij een ander lid plaatsvonden. Het gezelschap bestond uit tenminste veertien vrouwen van wie we kunnen aannemen dat ze een vriendschappelijke relatie hadden met Anna van der Aar de Sterke, al voordat ze lid werden. Een groot deel van de vrouwen is bij het genootschap terechtgekomen via familieleden met een lidmaatschap. De bijeenkomsten van Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart hadden hierdoor, veel meer dan bij de grote geïnstitutionaliseerde genootschappen, een sterk persoonlijk karakter.

De poëzie

De poëzie die binnen Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart werd geschreven, bestond veelal uit metapoëzie en gelegenheidsdichten. Daarnaast was het achttiende-eeuwse vriendschapsideaal een belangrijk thema. De vorm van haar poëzie zette Anna van der Aar de Sterke bovendien in om onderscheid te maken tussen alledaagse gebeurtenissen en speciale gelegenheden.

Twee handschriften

De twee handschriften waarin het genootschap Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart werd ontdekt, maken deel uit van de collectie van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde die door de UBL wordt beheerd. De handschriften zijn netversies van voornamelijk gelegenheidsgedichten die Anna van der Aar de Sterke tussen 1764 en 1824 heeft geschreven. De twee handschriften (LTK 2098 en LTK2022) bevatten circa 300 bladzijden met ongeveer 180 gedichten, die door Anna van der Aar de Sterke persoonlijk in het net zijn geschreven en op chronologische volgorde zijn gebundeld.

Deze website maakt gebruik van cookies.