Universiteit Leiden

nl en

Tentoonstelling De intolerante Republiek

De Tachtigjarige Oorlog en de Gouden Eeuw werden in de vaderlandse geschiedenis traditioneel beschreven als roemrijke perioden; de Opstand als heldenstrijd voor de onafhankelijkheid, de Gouden Eeuw als een weergaloos politiek, economisch en cultureel succesverhaal. Kritische wetenschappers stelden dit beeld de afgelopen decennia echter bij. De Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL) sluit hierbij aan met haar tentoonstelling ‘De intolerante Republiek’.

Nuancering

De Opstand of Tachtigjarige Oorlog wordt niet enkel meer gezien als een nationale strijd om onafhankelijkheid en om vrijheid van godsdienst en geweten. Vandaag de dag onderstreept men vooral  het karakter van de burgeroorlog en ligt er meer nadruk op de gevolgen van het geweld. Nu is er aandacht voor de positie van de rooms-katholieken en voor de vele boeren en burgers die het slachtoffer werden van de oorlog, met name in het grensgebied tussen de Republiek in het Noorden en de Koninklijke Nederlanden in het Zuiden.

Kanttekeningen

Bij de term Gouden Eeuw worden momenteel zoveel scherpe kanttekeningen gemaakt dat bijvoorbeeld het Amsterdam Museum de term niet meer wil gebruiken. De ‘grootse daden’ van de Oost- en West-Indische Compagnie (VOC & WIC), vroeger eenzijdig bejubeld, zien we nu in een ander perspectief. Gewelddadige veroveringen in de Oost gingen gepaard met slachtpartijen en economische oorlogvoering. Mensen uit Afrika werden tot slaaf gemaakt en in Zuid-Amerika aan dwangarbeid onderworpen. Juist de daden van de Republiek in deze gebieden krijgen in de tentoonstelling ruime aandacht.

In een aanvullende banierententoonstelling in de hal van de UB behandelen de Leidse wetenschappers Alicia Schrikker, Suryadi, Judith Pollmann, Carolina Lenarduzzi en Michiel van Groesen thema’s als VOC-mentaliteit, de Atlantische wereld en religie aan de hand van stukken uit de Leidse collecties.

Tolerantie én intolerantie

De Republiek ontfermde zich op eigen bodem over elders verdreven protestanten en joden. Een groot goed was de vrijheid van geweten, maar de vrije uitoefening van de godsdienst was aan rooms-katholieken, doopsgezinden en remonstranten verboden. Werken van vrije geesten als Spinoza mochten niet worden gedrukt en verspreid. En dat alles in een eeuw waarin de Republiek slechts acht jaren van vrede kende.

Terug naar de bron

In de tentoonstelling ‘De intolerante Republiek’ gaat de Universitaire Bibliotheken Leiden terug naar de bron, met nieuwe vraagstellingen voortvloeiend uit sociaal-maatschappelijke veranderingen in het heden. U wordt aan de hand van recent historisch onderzoek langs een selectie van de Leidse prenten, drukken en manuscripten geleid. De tentoonstelling laat zien dat het verleden met nieuwe vragen nog steeds nieuwe antwoorden oplevert. 

Deze website maakt gebruik van cookies.